Gerhard Schliepstein genoot zijn eerste opleiding als beeldhouwer bij hofbeeldhouwer Wilhelm Bayern, waarna hij in 1907 de Hogeschool voor Beeldende Kunst te Berlijn doorliep. Na zijn studie werkte hij als vrij kunstenaar in Berlin-Friedenau en ontwierp vanaf 1911 naturalistische porseleinfiguren, die bij de Königliche Porzellan Manufactur te Berlijn (KPM) uitgevoerd werden. Later ook bij de Schwarzburger Werkstätten für Porzellankunst in Unterweissbach en Porzellanmanufactur Heubach in Lichte.
Hij werkte hoofdzakelijk in porselein en in mindere mate ook brons en albast.
Tot halverwege de jaren 20 ontwierp hij hoofdzakelijk naturalistische dierplastieken. Zijn porseleinontwerpen uit die tijd zijn duidelijk ontleend aan de late Weense Jugendstil van de fabriek Augarten.
Door de samenwerking met Max Schneider, hoofd van de Kunstafdeling van Philip Rosenthal AG, werd Schliepstein aangemoedigd vanaf midden jaren 20 expressionistische beelden te ontwerpen in wit geglazuurd porselein. Het lukte Schneider om hem exclusief aan Rosenthal te binden, en van 1925 tot 1937 werkte hij voor de Kunstafdeling van Rosenthal in Selb en Bahnhof Selb, waar hij garant stond voor 62 modellen. Vooral beroemd werd hij door de slanke elegante figuren die de kenmerken van het Expressionisme en Nieuwe Zakelijkheid in zich droegen. Vanaf 1925 werden zijn porselein ontwerpen op de Leipziger Messe getoond.
Zijn werken worden tegenwoordig in talrijke musea getoond, zoals het Porzellanikon in Selb, het Bröhan Museum in Berlijn, en het Museum of Applied Arts and Sciences in Sydney.
Op internationale veilingen zijn Schliepsteins werken zeer geliefd, en realiseren nog steeds aanzienlijke prijzen.