Als icoon van het luxueuse Franse Modernisme groeide hij mee met de 20e eeuw.
Hij bezocht de School voor Design in Auxerre en de École Des Beaux Arts in Parijs.
Zeer goed op de hoogte van traditionele meubels geloofde hij in de combinatie van functionaliteit en geometrie.
Als eerste integreerde hij metaal leer en glas in de structuur en decoratie van meubelen.
Tot 1928 werkte hij samen met zijn tweelingbroer Jean bij Studio La Maîtrise waar zij kennis maakten met de Art Deco ontwerper Maurice Dufrène.
Van 1928 tot 1960 was hij leider van La Compagnie Des Arts Français en tot zijn team van decorateurs behoorden François Jourdan, Charlotte Perriand, en Georges Jouve.
Hij ontwierp o.a. de privé appartementen van de President aan Elysée en de vergaderruimte van het UNESCO hoofdkwartier in Parijs.
In 1959 werd hij directeur van de Ëcole Nationale Supérieure des Arts Décoratifs te Parijs.