In 1900 ontwikkelde chemicus Jurriaan Kok een uiterst dunne porseleinsoort, later bekend als eierschaalporselein vanwege de flinterdunne, doorschijnende wand.
Deze innovatie maakte het mogelijk om uiterst delicate en lichte serviezen en sierobjecten te maken, die in Europa opzien baarden.
De decoraties werden met de hand beschilderd in de stijl van de Art Nouveau (Nieuwe Kunst), vaak met motieven van exotische bloemen, vogels en sierlijke lijnen. De belangrijkste ontwerper was Samuel Schellink, wiens werk nog steeds zeer gewaardeerd wordt.
Rozenburg Eierschaalporselein werd internationaal geprezen, onder meer op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs, waar het grote bewondering oogstte. Toch bleek het productieproces zeer arbeidsintensief en kostbaar, waardoor het financieel moeilijk vol te houden was. In 1914 stopte de fabriek met de productie van eierschaalporselein.
Tegenwoordig is Rozenburg eierschaalporselein zeer geliefd bij verzamelaars vanwege de combinatie van technische perfectie en artistieke verfijning.